B13 - Bestandsopname sublitorale mosselbestanden Wz


Data uit: 2019 Meetprogramma's Waddengebied WaLTER, onderdeel bodemfauna en schelpdiercultuur.

Titel meet/monitorprogramma

Inventarisatie wilde mosselbestand in het sublitoraal van de westelijke Waddenzee.

Naam organisatie (metadata)

Bureau MarinX en Wageningen Marine Research. Voor 2006: Nederlands Instituut voor Visserij Onderzoek (RIVO).

Datum voltooiing

Lopend onderzoek (opdracht van de mosselsector ten behoeve van visserij vergunning aanvraag).

Samenvatting (korte beschrijving van de inhoud van de dataset)

Databank met gegevens betreffende bodemfauna verzameld tijdens de inventarisatie van het mosselbestand in de Waddenzee.

Doel waarvoor data worden verzameld

Bepaling van de ligging en omvang van het bestand aan wilde mosselen in het sublitoraal van de Waddenzee.

Naam uitvoerende dienst/organisatie (data)

Marnix van Stralen, 0111-671584 of Karin Troost, 0317-487375, Wageningen Marine Research.

Rol contactpersoon (beschrijving op welke wijze de perso(o)n(en) betrokken is/zijn bij de data)

Coördinatie en uitvoering.

Geografisch gebied

Westelijke waddenzee.

Gebruiksbeperkingen (waarvoor zijn de data niet geschikt)

Variaties binnen jaren niet mogelijk.

Overige beperkingen in gebruik

Opgemaakte gegevens en eventueel ruwe gegevens zijn verkrijgbaar via de contactpersoon als het verzoek wordt ingewilligd door Wageningen Marine Research. Voor publicatie moeten de analyses en interpretaties voorgelegd worden aan de contactpersoon.

Thema’s (b.v. diversiteit, verspreiding, trends, reproductiesucces)

Biodiversiteit, verspreiding van soorten (bodemfauna), zeegebieden, trends.

Temporele dekking

1992 tot heden.

Volledigheid

Steekproef, 2 keer per jaar (voorjaar kwantitatief, najaar kwalitatief). Het monstergrid is gestratificeerd naar verwacht voorkomen van mosselen. Daarom dekt de survey niet het gehele sublitoraal van de westelijke Waddenzee.

Nauwkeurigheid

Longitude, latitude positionering.

Algemene beschrijving van herkomst

Wettelijk opgelegd survey programma, voorheen viel dit onder de wettelijke onderzoekstaken.

Inwinningsmethode

Sinds 1992, professioneel.

Beschrijving uitgevoerde bewerkingen

Bestandschatting. Kwantitatief in het voorjaar expert judgement in het najaar. Schatting van het mosselbestand per leeftijdsklasse in het voorjaar en verspreidingskaarten. Eenzelfde schatting van het mosselbestand in het najaar op basis van expert judgement.

Meetvariabelen

Vangstgegevens:

  • Mosselen worden opgedeeld in commerciële klassen overeenkomend met de grootteklassen in de WOT-survey (litorale schelpdierbestanden): kapotte dieren alleen geteld, hele dieren ook gewogen tot 0,1 gram versgewicht. Bij grote vangst wordt subsample genomen. Gewichten per locatie per grootteklasse.
  • Overige schelpdieren: aantallen + versgewicht (vanaf 1999 ook zeesterren + krabben). Gewichten per locatie per soort (voor sommige soorten per grootte/leeftijdsklasse)
  • Nauwkeurigheid: voor 1998 tot 1 gram, v.a. 1998 tot 0,1 gram (zonder aangroei), bij grote vangst subsample
  • Methodiek identiek als die gebruikt in WOT litorale schelpdierbestanden

Meetmethodiek

Westelijke Waddenzee, gestratificeerd grid (voorjaar). Doelgericht, wisselend grid (najaar).

Tuig voorjaar:

  • Zuigkor
  • Breedte mes: 20 cm
  • Maaswijdte: 5 mm
  • Geperforeerde plaat: gaten van 0.5 bij 0.5 cm in de trommel
  • Vissnelheid: 3 mijl per uur
  • Tuig: Bodemschaaf (locaties dieper dan 10 meter)
  • Breedte mes: 9.5 of 10
  • Diepte mes: 7 cm
  • Vissnelheid: 3 mijl per uur

Tuig najaar:

  • Mosselkor
  • Breedte: 1.90 meter

Soort dataset (opslagmedium)

Access bestand.

Verplichting vanuit (Europese) richtlijn

VR HR KRW TMAP OSPAR
NY+ Y+ Y Y N

Kosten op jaarbasis

Rond de 130.000.

Soortenoverzicht (soorten waarvoor het meetprogramma (statistisch) betrouwbare gegevens oplevert

Alle gevangen schelpdiersoorten, krabben en zeesterren. Het betreft in alle gevallen soorten die niet specifiek bescherming genieten (met naam) in de VR en HR, maar deels wel soorten die binnen de HR zijn aangewezen als typische soorten en daarmee indicatief voor de kwaliteit van het habitattype.

Habitats (waarvoor het betreffende meetnet gegevens oplevert)

1110.

Referenties

  • Van Stralen, M.R., Van den Ende, D. & Troost, K 2018. Inventarisatie van het sublitorale wilde mosselbestand in de westelijke Waddenzee in het voorjaar van 2016. MarinX rapport 2018.180