Interview met jurist Marjan Datema - 'Met zo'n samenwerking geef je een statement af'


Ze is weliswaar de nestor in het Kernteam Basismonitoring Wadden, maar voelt zich helemaal thuis in de diverse groep Waddenprofs. Marjan Datema (1957) was nauw betrokken bij de totstandkoming van de Basismonitoring en is trots op de rol die de monitoring inmiddels heeft verworven.

Marjan was altijd al geïnteresseerd in natuur. Als professional – Marjan is van huis uit jurist – legde ze dan ook al gauw de link tussen studie en natuur. “Ik kwam al snel terecht in het milieurecht. Dat was toen echt in opkomst. Het is fascinerend om te merken hoe verschillend ecologen redeneren ten opzichte van bijvoorbeeld juristen.”
 
Via Staatsbosbeheer, waar ze werkte als juridisch-bestuurlijk medewerker, verhuist Marjan uiteindelijk naar LNV. “Vergunningverlening, gaswinning, landbouw, agrarisch natuurbeheer en later de Eems-Dollard. Dossiers die mij veel werkplezier gaven. Ook de basismonitoring kwam op mijn pad.”

Het devies: samenwerken

Aanleiding voor de opzet van een basismonitoring was een rapport van de Rekenkamer uit 2013, vertelt Marjan . “De conclusie van dat rapport was: er wordt wel veel gemeten, maar de data zijn te versnipperd. Daarom kunnen we op basis van die data geen uitspraken doen over wat we wel en niet halen aan doelstellingen. Het devies is dan: samenwerken. Als je niet alles kunt meten, moet je slim te werk gaan en iedereens expertise gebruiken. Het lastige hieraan? Het mocht niets extra kosten.”
 
Een ambitiedocument resulteerde uiteindelijk in een samenwerkingsovereenkomst, gedragen en ondertekend door alle beheerorganisaties, inclusief de Waddenacademie en NAM. Als jurist speelde Marjan een grote rol in het opstellen van het document. “Je doet dat niet alleen hoor, zo’n document opstellen. Je moet alle partijen langs. Hoe zien ze de samenwerking voor zich? De één focust op inhoud, de andere op vorm. Dat partijen verschillende belangen hebben, weten we wel. Je moet dus kijken naar wat hen verbindt. Dat het gelukt is, daar zijn we best trots op. Je geeft met zo’n samenwerking toch een statement af als beheerders. Je opereert als één partij.”

Crux

Marjan benoemt direct daarna de crux van het werk van de Basismonitoring. “We willen eigenlijk álles weten, maar je kunt niet alles meten. Dus moet je duidelijk krijgen wát je echt moet weten om te kunnen volgen of je je beleids- en beheerdoelen  haalt. De basismonitoring omvat dus niet alle mogelijke data.”

Mooie stappen

Toch zijn al mooie stappen gezet. “Er is de website, basismonitoringwadden.nl, waarop ook het Datahuis Wadden ontsloten is. Samen met Tresoar en Waddenacademie werken we hard aan een internationale Waddenbibliotheek.” Want, vertelt Marjan, het is belangrijk dat data vindbaar is. “Maar zelfs dan ben je er nog niet. Je moet namelijk ook iets met de meetgegevens kúnnen. Een enorme brij aan data moet eenvoudig helder en inzichtelijk kunnen worden gemaakt. Standaardisatie van formats waarin cijfers worden gegoten is bijvoorbeeld heel belangrijk.”
 
Tot slot komt de rol van basismonitoring aan bod in de toetsing van landelijk beleid, het Investeringskader Wadden en het Waddenfonds. “Om te bepalen of beleidsdoelstellingen gehaald worden, worden steeds meer eisen gesteld. Ik snap dat, want het gaat om miljoenen. Dat geld moet goed besteed worden. Als je het geld niet meer terug kunt vinden in resultaten, dan is dat zonde. Werkt het wél, dan kunnen we tevreden zijn. De rol van de basismonitoring in aanlevering van data en juiste analyses is hierin cruciaal.”