Natuurlijke dynamiek
Dynamiek is één van de kernwaarden van het Waddengebied. De grote aanjagers van die dynamiek zijn de waterbeweging door wind, getij, golven en de aanvoer van zoet water. Ze veroorzaken en/of beïnvloeden ook de bewegingen van zand en slib. Erosie en sedimentatie zijn het gevolg, maar ook vertroebeling van het water, de diepte van het water, de vorming van het bodemprofiel, de ligging van geulen, platen, kwelders en zelfs de Waddeneilanden.
Kennis
Kennis van de dynamiek van erosie, aanzanding, opslibbing, waterstromen en golfwerking is nodig om het wad te begrijpen en goed te kunnen beheren. Kennis van de bodemligging, en vooral van trendmatige veranderingen daarin, zijn van groot belang voor het volgen van de veiligheid van het kustprofiel, voor het opstellen van golf- en waterstandmodellen, voor de scheepvaart en voor biologisch onderzoek.
Waterbeweging
De waterbeweging kan omschreven worden door de eigenschappen van het getij, de windgolven en de (zoetwater)aanvoer vanaf het land. In langlopende programma's worden zoutgehalte, getij, rivierafvoeren, stroming en golven gemeten.
Ga naar overzicht meet/monitorprogramma's, kies 'Waterbeweging'
Morfologie
De bodem wordt gekenmerkt door de hoogte of diepte. Hieruit kunnen diverse geometrische eigenschappen van de bodem worden afgeleid, een patroon van geulen, intergetijde-en supragetijdegebieden. Rijkswaterstaat meet elk jaar de ligging van de kustlijn en in een deel van het waddengebied de hoogteligging van het land en van de onderwaterbodem. Op deze wijze is na elke zes jaar het gehele gebied in kaart gebracht. Deze metingen zijn deel van de Monitoring Waterstaatkundige Toestand des Lands (MWTL). Op plekken waar de kustlijn of een dijk in gevaar is, meet Rijkswaterstaat vaker om de veranderingen op de voet te kunnen volgen en te kunnen ingrijpen als dat nodig is.
Het sediment wordt gekenmerkt door de samenstelling (m.n. korrelgrootteverdelingsediment en organisch-stofgehalte) en de concentratie (zwevend sediment; dichtheid van de bodem). In het Sibes programma wordt de sediment korrelgrootte en samenstelling van droogvallende delen in de gehele Nederlandse Waddenzee gemonitord.
Ga naar overzicht meet/monitorprogramma's, kies 'Morfologie'
Kwelders
Wageningen Marine Research sinds 1960 in 25 vaste meetvakken de opslibbing van de Friese en Groningse kwelders voor het vaststellen van langjarige trends. Kwelderareaal, kwelderhoogte en kwelderrand worden gemeten.
Meetprogramma’s Kwelders
- Monitoring RWS-meetvakken kwelderwerken door Wageningen Marine Research uitgevoerd in het kader van Wettelijke Onderzoekstaken (WOT) in 25 meetvakken in de Friese en Groninger Kwelderwerken.
P7 - Kwelderhoogte en kwelderareaal (WOT) - Diverse losse projecten waarin opslibbing, vegetatie, kleidikte en omvang kwelder is gemeten, monitoring deels door diverse opeenvolgende AIO's.
P11 - Kwelderhoogte en opslibbing Friese Wadden, Dollard en Breebaart